Saint-Guilhem-le-Désert, een dorp met een rijke geschiedenis

Saint-Guilhem-le-Désert is een kleine gemeente in het departement Hérault in de regio Occitanie. Het dorp dankt zijn naam aan Guilhem, een kluizenaar die in de 9e eeuw in het gebied leefde. Volgens de legende was hij de broer van Karel de Grote en stichtte hij een kloostergemeenschap in het gebied.

Het dorp is vooral bekend om zijn abdij, de abdij van Gellone, die in de 9e eeuw werd gesticht door Guilhem. Tegenwoordig is de abdij een belangrijk bedevaartsoord op de route naar Santiago de Compostela. De abdij staat ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Door de eeuwen heen werd Saint-Guilhem-le-Désert een belangrijk handelscentrum, vooral voor de productie van zijden stoffen. In de 19e eeuw maakte de stad een grote industriële ontwikkeling door dankzij de steenkoolwinning in de regio.

Vandaag de dag is Saint-Guilhem-le-Désert een populaire toeristische bestemming, met zijn geplaveide straatjes, stenen huizen en charmante ambachtswinkeltjes. Het dorp wordt ook omringd door een prachtig natuurlandschap, met de bergen van de Haut-Languedoc en de kloven van de Hérault in de buurt, ideaal voor recreatieve en sportieve activiteiten.

De oorsprong van Saint-Guilhem-le-Désert

Het dorp dankt zijn naam aan de eerste neef van de grote Franse keizer Karel de Grote zelf. Na vele veldslagen en overwinningen besloot neef Guilhem d’Orange zich in 804 af te zonderen in de Val de Gellone. Geïnspireerd door Saint-Benoît, de stichter van het klooster van Aniane, liet hij de eerste lokale volksgeloven ontstaan. De abdij werd een plaats van aanbidding rond een relikwie van het ware kruis van Jezus geschonken door Karel de Grote.

Het tweede deel van de naam van het dorp, “de woestijn”, is niet te wijten aan de verwoestijning van de omgeving. Integendeel, de omringende vegetatie is vrij weelderig dankzij de vele natuurlijke waterbronnen die aanwezig zijn. De naam “woestijn” komt van het kleine aantal inwoners dat er toen woonde. Pas 300 jaar na de dood van Saint-Guilhem werd het achtervoegsel “le désert” toegevoegd.

Wat te doen in Saint-Guilhem-le-Désert

Na een bezoek aan de architectonische schatten van het dorp, zoals de abdij van Gellone, de ruïnes van het Château du Géant, de Tour des Prisons, de kerk Saint-Laurent en Maison Lorimy, kun je een wandeling maken door de pittoreske smalle straatjes en genieten van de plaatselijke ambachtelijke winkeltjes. Het Abdijmuseum en het Musée d’Antan zijn ook zeker een bezoek waard. Sluit je wandeling af met een koel drankje in een van de cafés op het dorpsplein, in de schaduw van de beroemde honderd jaar oude plataan, uitgeroepen tot “opmerkelijke boom van Frankrijk”.

Soms slachtoffer van zijn eigen succes, kies voor het laagseizoen om ten volle te genieten van de rust en sereniteit van het dorp en de Saute-Rocs, zoals de inwoners van Saint-Guilhem-le-Désert bekend staan.

Rond Saint-Guilhem

Saint-Guilhem-le-Désert is een geweldig startpunt voor wandelingen op alle niveaus. Het keteldal van Infernet bestaat uit gigantische kalkstenen muren van 200 meter hoog. Je kunt het bereiken door vanuit het dorp richting de bovenloop van de Val de Gellone te gaan. Een langeafstandswandelpad (GR 74) biedt gemotiveerde wandelaars de mogelijkheid om de wanden van het keteldal te beklimmen, via twee toegangspunten, richting de bergen van Saint-Guilhem-le-Désert. Dit zijn onze favorieten:

• Wandeling langs de Fenestrettes (3u30, 10 km rondwandeling, 715 m klimmen)
• De wandeling Notre-Dame-du-Lieu-Plaisant (4 uur, 12 km, 670 m klimmen)

Een andere bezienswaardigheid is de Grotte de Clamouse, gelegen tussen Saint-Jean-de-Fos en Saint-Guilhem. De grot is beroemd om zijn prachtige geologische formaties, waaronder stalactieten, stalagmieten, draperieën, versteende watervallen en kristallen poelen. De grot is het hele jaar geopend voor rondleidingen. De koele sfeer maakt het een bijzonder aangename plek om te bezoeken op warme zomerdagen.

En laten we de rivier de Hérault niet vergeten met zijn vele zwemplekken stroomopwaarts en stroomafwaarts van Saint-Guilhem. Je kunt er ook kano’s huren voor tochten van 4 tot 15 km.

Het is ook het startpunt voor canyoning du diable, met wildwaterzwemmen, ziplinen en sprongen tot 10 meter.

De legende van de Duivelsbrug

Volgens de legende werd tijdens de bouw van de brug elke ochtend het werk van de vorige dag vernietigd teruggevonden. Hierdoor vorderde het werk niet en de ambachtslieden, die onvoorbereid waren, vroegen Saint Guilhem om hulp. Hij verstopte zich op een avond na een dag werken en zag hoe de duivel zelf zich vermaakte met het vernielen van de overhangen van de brug. Sint Guilhem kwam uit zijn schuilplaats en stelde een pact met de duivel voor. Ze kwamen tot een overeenkomst. De brug zou door de duivel worden gebouwd zodat hij onverwoestbaar zou zijn. In ruil daarvoor zou Sint-Guilhem de duivel de eerste ziel aanbieden die de brug zou oversteken en hem tot een van zijn discipelen maken.

Toen de brug drie dagen later klaar was, ontmoetten Saint-Guilhem en de duivel elkaar aan weerszijden van de brug. Guilhem, vergezeld door een zwerfhond, gebruikte een list en gooide een bot over de brug. De hond was dus de eerste ziel die overstak. De woedende duivel probeerde de brug te vernietigen, maar die was onverwoestbaar geworden. Dus wierp hij zich met zo’n kracht van de brug dat zijn botsing met het water het “duivelsgat” vormde. Pelgrims die voorbij komen gooien een steen in het water zodat de duivel daar voor altijd blijft.

Praktische informatie

Parkeren in de kloven is nu ingewikkeld. Sinds 2020 is de politieke wil van de lokale verkozenen om de verkeersopstoppingen in de kloven van de Hérault te verlichten. Dit uitzonderlijke gebied is geclassificeerd als Natura 2000-zone en moet dus de bescherming krijgen die het nodig heeft. De fauna en flora zijn de belangrijkste troeven van deze kwetsbare omgeving. Als je echter wilt zwemmen bij de “paraplu” (de natuurlijke waterval van Tuff), parkeer dan buiten de weg naar de kloven. En vergeet niet om deze uiterst zeldzame geologische formatie niet te vertrappen. Er zijn verbodsborden geplaatst om kwetsbare gebieden te markeren. Er kunnen boetes worden opgelegd door beëdigde ambtenaren als je op verboden terrein komt. De beste oplossing is om op de voorziene parkeerplaatsen te parkeren en de gratis pendelbus te nemen.

Gratis pendeldiensten

Van het Maison du Grand Site (Pont du Diable) naar Saint-Guilhem-le-Désert (2 haltes onderweg: Pont du Diable en Grotte de Clamouse) :

Mei-juni-september

• Elk weekend en op feestdagen, van 11.00 tot 19.00 uur, elke 30 minuten
• Hemelvaartweekend: 26, 27, 28 en 28 mei. Pinksterweekend: 4, 5 en 6 juni

Juli-augustus

• Van 1 tot en met 8 juli: 11.00 tot 19.00 uur, elke 30 minuten
• Van 9 juli tot 31 augustus: van 10.00 tot 21.00 uur, elke 15 min. en van 20.45 tot 23.00 uur, elke 30 min.

Van het Maison du Grand Site (Pont du Diable) naar Argileum in Saint-Jean-de-Fos (3 stops onderweg: Pont du Diable, Saint-Jean-de-Fos centrum, Argileum):

• Van 9 juli tot 31 augustus: 10 tot 19 uur, elke 30 minuten.

Parkeergarage Pont du Diable

• Gratis : 30 min
• Dagpas: €6
• Seizoenkaart: €15
• Camper: €20 voor 24 uur
• Motorfietsen: €1 (ga naar de receptie van Maison du Grand Site)

Openingstijden van Gellone Abbey

• Weekdagen het hele jaar door: 8.00 – 17.40 uur (juli en augustus tot 18.30 uur)
• Zondag en feestdagen: 8.00 – 10.45 | 12.00 – 17.40
• Juli & augustus weekdagen: 8.00 – 18.30 uur
• Zon- en feestdagen: 8.00-10.45 | 12.00-18.30
• Het klooster is het hele jaar door gesloten voor bezoekers tussen 12.00 en 14.00 uur (tot 14.30 uur in de zomer en op zon- en feestdagen).

Religieuze diensten

• Mis om 11.00 elke zondag
• Lauden 07.15 uur, 07.30 uur in juli en augustus. Middag (weekdagen) 12u, 12u15 in juli en augustus
• Vespers 18.00 uur, 18.30 uur in juli en augustus

Ga voor (nog) meer informatie naar de website vanhet toeristenbureau van Saint-Guilhem-le-Désert Vallée de l’Hérault.